-
1 face north
-
2 north
adj. noordelijk--------adv. naar het noorden, noordelijks--------n. noorden; noordnorth1[ no:θ] 〈zelfstandig naamwoord; vaak North〉♦voorbeelden:1 face (the) north • op het noorden liggen/uitkijkenwhere is (the) north? • waar is het noorden?(to the) north of • ten noorden van————————north2〈bijvoeglijk naamwoord; vaak North〉1 noord(-) ⇒ noordelijk, noordwaarts♦voorbeelden:the North Pole • de noordpoolthe North Sea • de Noordzee————————north3〈 bijwoord〉1 noordwaarts ⇒ van/naar/in het noorden♦voorbeelden:travel north • naar het noorden reizentravel up north • naar het noorden reizen -
3 face (the) north
op het noorden liggen/uitkijken -
4 side
adj. zijdelings; op zij; tweederangs; bijkomstig--------n. zijde; kant; partij; zijde (i. wiskunde)--------v. een kant kiezen; stenen, ondersteunen; kiezen voor-side1[ sajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 zij(de) ⇒ (zij)kant, flank, helling 〈 van berg〉; oever 〈 van rivier〉; richting; aspect, trek 〈 van karakter〉; partij; afstammingslijn♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on the fat/high/safe/small side • aan de vette/hoge/veilige/kleine kantchange sides • overlopenstudy all sides of something • alle aspecten van iets bestuderentake sides with someone • partij voor iemand kiezenlook at all sides of the question • het probleem van alle kanten bekijkenat/by my side • naast mijby the side of • naast, vergeleken metthey came from all sides • ze kwamen uit alle richtingenon the north side of • aan de noordkant vanthe Lord is on our side • de Heer is met onswhose side is he on, anyway? • aan wiens kant staat hij eigenlijk?look on the bright side of life • het leven van de zonzijde zienthe other side • de tegenpartij, de vijandthe other side of the coin • de keerzijde van de medaillelaugh on the other side of one's face/mouth • lachen als een boer die kiespijn heefton this side of the grave • in levenbrush to one side • in de wind slaanput on/to one side, set on one side • terzijde leggen; sparen, reserverenon the side 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 • als bijverdienste; 〈 Brits-Engels〉 zwart; in het geniepgin and coke on the side • gin met colaon his side • van zijn kant(on) this side (of) Christmas • vóór Kerstmis→ better better/, right right/, rough rough/, seamy seamy/, shady shady/, sunny sunny/, wrong wrong/————————side21 zij-♦voorbeelden:————————side3〈 werkwoord〉1 〈+against/with〉partij kiezen (tegen/voor) -
5 up
adj. wakker; staand--------adv. boven--------n. helling, opgang; stijging--------v. (plotseling) de hoogte in jagen, verhogenup1♦voorbeelden:¶ ups and downs • wisselvalligheden, voor- en tegenspoed〈 informeel〉 on the up-and-up • 〈 voornamelijk Brits-Engels〉gestaag stijgend/vooruitgaand; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉eerlijk, openhartig————————up21 omhoog- ⇒ op-, opgaand♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 (om)hoog ⇒ hoger(geplaatst), op, rechtstaand2 op ⇒ uit bed, wakker5 gestegen9 om ⇒ op, voorbij♦voorbeelden:that matter is up for discussion • die zaak is voor discussie vatbaar9 time's up • de/je tijd is om/verstreken10 be well up in/on • veel afweten van, goed op de hoogte zijn vanI'm not up on this subject • ik weet geen snars van dit onderwerp af¶ what's up? • wat gebeurt er (hier)?up and about/around • weer op de been, (druk) in de weer♦voorbeelden:1 the road up • de weg omhoog/naar boven————————up3〈 upped〉♦voorbeelden:1 she upped and left • zij vertrok plotseling/zomaar1 (plotseling) de hoogte in jagen ⇒ verhogen, (abrupt) doen stijgen♦voorbeelden:————————up4[ up] 〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉 omhoog ⇒ op, naar boven, sterker, hoger, meer, verder 〈enz.〉, op-, uit-2 te voorschijn ⇒ zichtbaar, voor, uit-, over-4 〈 plaats of richting〉in/naar ⇒ 〈 Brits-Engels in het bijzonder〉 in/naar de universiteit(sstad)/Londen♦voorbeelden:hands up! • handen omhoog!face up • met de bovenkant omhoogup the republic • leve de republiekcome up for air • aan de oppervlakte komen om lucht te happenhelp her up • help haar opstaanlive up in the hills • boven in de bergen wonenpuffed up • opgeblazensail up against the wind • tegen de wind in zeilenshe tore up the flowers • ze rukte de bloemen uit de grondturn up the music • zet de muziek harderhe went up north • hij ging naar het noordenup and down • op en neer, heen en weerup through history • door heel de geschiedenis heenup till/to now • tot nu toeup to and including • tot en metsums of up to sixty pounds • bedragen tot zestig pondfrom £4 up • vanaf vier pondfrom then on up • van dan af aanchildren from six years up • kinderen van zes jaar en ouderown up • bekennenit will turn up • het zal wel aan het licht komendrink up • drink je glas uitall sold up • helemaal uitverkochtup and down • overalI don't feel up to it • ik voel er mij niet toe in staat————————up5〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ boven in/op, omhoog♦voorbeelden:up the coast to Edinburgh • langs de kust omhoog naar Edinburghit's up the coast from here • het is hier vandaan verder langs de kustup (the) river • stroomopwaartsup the stairs • de trap opup the street • verderop in de straatup the valley • (verder) het dal in¶ up and down the country • door/in het gehele land→ yours yours/
См. также в других словарях:
face — face1 [ feıs ] noun count *** ▸ 1 front of head ▸ 2 mountain/building side ▸ 3 side of coin ▸ 4 way something looks/appears ▸ 5 one flat side of object ▸ 6 front of clock ▸ + PHRASES 1. ) the front part of your head, where your eyes, nose, and… … Usage of the words and phrases in modern English
face */*/*/ — I UK [feɪs] / US noun [countable] Word forms face : singular face plural faces 1) the front part of your head, where your eyes, nose, and mouth are She wiped her face. He had a big smile on his face. The ball hit me in the face. a) the expression … English dictionary
face — face1 W1S1 [feıs] n ↑ear, ↑nose, ↑tooth, ↑eye ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(front of your head)¦ 2¦(expression)¦ 3 keep a straight face 4 pale faced/round faced etc 5 grim faced/serious faced etc … Dictionary of contemporary English
face — 1 /feIs/ noun (C) 1 FRONT OF YOUR HEAD the front part of the head from the chin to the forehead: She has such a pretty face. | Bob s face was covered in cuts and bruises. | a sea of faces (=a lot of faces seen together): The Principal looked down … Longman dictionary of contemporary English
North Twin Peak — North Twin Peak … Wikipedia
North Face (film) — North Face Directed by Philipp Stölzl Produced by Boris Schönfelder Danny Krausz Benjamin Herrmann Written by Christoph Silber, Rupert Henning, Johannes Naber, Phillip Stölzl … Wikipedia
North by North Quahog — Family Guy episode Episode no. Season 4 Episode 1 Directed by Peter Shin Written by … Wikipedia
North Melbourne Football Club — North Melbourne Names Full name North Melbourne Football Club Ltd[1] Nickname(s) Kangaroos, Shinboners … Wikipedia
North Carolina Tar Heels football — Current season 97pxpx … Wikipedia
North America — North American. the northern continent of the Western Hemisphere, extending from Central America to the Arctic Ocean. Highest point, Mt. McKinley, 20,300 ft. (6187 m); lowest, Death Valley, 276 ft. (84 m) below sea level. 400,000,000 including… … Universalium
North Georgia College & State University — Motto Truth and Wisdom Established 1873 Type Public … Wikipedia